Hier komen de NAW-gegevens formulieren
"Wat je bij mensen kunt onderzoeken, moet je niet bij dieren doen"
De Hartstichting ziet het liefst dat dierproeven overbodig zijn. Maar voor sommige onderzoeken zijn er nog geen alternatieven of er zijn wettelijke verplichtingen. We vroegen professor Dirk-Jan Duncker om enkele ervaringen uit de praktijk te delen.

Speciaal opgeleid
Dirk-Jan Duncker is hoogleraar experimentele cardiologie en werkt bij het Erasmus MC. Met zijn onderzoek naar hartfalen wil hij behandelingen voor ongeneeslijk zieke harten mogelijk maken. In het onderzoeksinstituut waar hij werkt, doen ze onderzoek met varkens en muizen. Alleen speciaal opgeleide medewerkers mogen de dieren verzorgen. Samen met speciaal opgeleide dierenartsen houden deze medewerkers goed in de gaten hoe het met de dieren gaat.
Goede verzorging
Duncker vertelt: ”De eisen voor het werken met proefdieren zijn terecht heel hoog. Dit geldt voor de omstandigheden waaronder de proefdieren leven en de mensen die met deze dieren werken. We zorgen goed voor de dieren. Het is niet te vergelijken met branches die dieren houden om economische redenen. Onze varkens leven in ruimtes met verwarmde vloeren met stro. Van elk dier houden we een welzijnsdagboek bij. We doen er alles aan om ervoor te zorgen dat onze dieren zo min mogelijk pijn, angst of stress ervaren. Bij proeven waarbij dieren pijn kunnen ervaren, gaan ze volledig onder narcose. En na operaties krijgen ze een pleister met een sterke pijnstiller.”
Ik hou van dieren
Duncker houdt veel van dieren. "Als wetenschappers voeren we onderzoek met proefdieren dan ook niet zo maar uit. We doen dit voor grote groepen patiënten die veel klachten ervaren van hun ziekte. Wat je in een mens kunt onderzoeken, moet je niet in dieren doen. Maar soms ontkom je er niet aan. Dan mag of kan het niet bij mensen getest worden en heb je geen alternatieven. Bijvoorbeeld als je wilt bestuderen hoe het hart en de nieren elkaar beïnvloeden. Of bij het onderzoeken van het effect van diabetes op het hart: dan moet je het hart in detail analyseren."
Succesvolle behandelingen
"Veel standaardbehandelingen zijn ooit ontwikkeld bij dieren. Denk aan het plaatsen van stents in kransslagaders of klepoperaties die chirurgen via de lies uitvoeren. Artsen mogen die nieuwe technieken of operaties uitvoeren bij mensen als in wetenschappelijk onderzoek met dieren is aangetoond dat ze veilig zijn. Dat geldt ook voor medicijnen. Alle medicijnen tegen hart- en vaatziekten zijn getest op dieren."
Proefdieronderzoek helpt ook huisdieren
"Wat veel mensen niet weten is dat proefdieronderzoek ook dieren helpt. Zo krijgen honden met hartfalen een medicijn voorgeschreven dat ervoor zorgt dat de symptomen afnemen. Deze behandeling is mede mogelijk dankzij onderzoek naar de werking van dit medicijn bij varkens. En onderzoek naar erfelijke vormen van hartfalen bij dieren helpt niet alleen mensen, maar ook huisdieren waarbij deze ziekten voorkomen zoals katten."
Oplossing voor ernstig hartfalen
“Er zijn veel patiënten met een nieuwe vorm van hartfalen, die nog niet te genezen is. Hun hart takelt steeds verder af. Ook jonge mensen kunnen hiermee te maken krijgen. Het hart knijpt goed, maar is te stijf en kan zich niet goed ontspannen. Meestal zijn bij deze vorm van hartfalen ook andere organen ziek, zoals de nieren, hersenen of de alvleesklier. Er zijn vaak problemen met de kleinste bloedvaten. Voor deze ziekten zijn er nog geen behandelingen. We ontkomen dan niet aan onderzoek waarvoor we ook dieren moeten inzetten. Er zijn geen alternatieven om de complexe processen die tot deze ziekten leiden te onderzoeken.”
Aantal dierproeven neemt af
Het aantal dierproeven voor wetenschappelijk onderzoek is in de afgelopen decennia sterk gedaald. Dat komt door verschillende ontwikkelingen. Zo doen we steeds meer onderzoek in modellen van organen, zoals een hart of een bloedvat op een chip. Maar we doen nu ook meer onderzoek met minder dieren.