Bij de meeste eventrecorders krijgt de patiënt elektroden op de borst geplakt. Het bijbehorende apparaatje kan de patiënt met een clip aan de kleding bevestigen of met een koordje om de hals hangen.
De eventrecorder heeft een knop die de patiënt indrukt wanneer hij klachten heeft. Er wordt dan een hartfilmpje in het geheugen vastgelegd.
Wanneer de eventrecorder vol is dan belt de patiënt naar een centrale om de gegevens door te sturen. In sommige gevallen worden de gegevens niet doorgebeld, maar verstuurd per computer. Wanneer de patiënt zich ongerust voelt, kan hij ook direct na de opname bellen om de gegevens door te sturen. Als er een hele week geen klachten optreden, wordt er meestal toch 1 keer per week een opname gemaakt en doorgebeld.