Aanleg speelt mogelijk een rol wanneer directe familieleden te maken krijgen met een hart- of vaatziekte.
Risicofactoren en aanleg
Vooral de combinatie van aanleg met andere risicofactoren bepalen jouw risico. Denk bijvoorbeeld aan hoge bloeddruk, roken, overgewicht of hoog cholesterol. De huisarts kan al deze risicofactoren in kaart brengen. Zo kun je jouw risico op het krijgen van een hart- of vaatziekte inschatten.
In sommige families komen hoge bloeddruk, hoog cholesterol, diabetes (suikerziekte) of overgewicht vaker voor. Ook dat kan een reden zijn om naar de huisarts te gaan. Je huisarts kan snel en eenvoudig onderzoek doen naar deze risicofactoren. Als de uitslagen niet goed zijn, kun je op tijd in actie komen. Zo kun je de kans op een hart- of vaatziekte verlagen.
Wil je weten hoe jij ervoor staat? Laat je huisarts jouw risico op hart- en vaatziekten in kaart brengen.
Wanneer verhoogd risico
Let op als je vader of broer voor hun 55e of je moeder of zus voor hun 65e levensjaar een hart- of vaatziekte kreeg. Dit kan betekenen dat jouw risico op een hart- of vaatziekte verhoogd is. Maak je je zorgen over hart- en vaatziekten in de familie? Bespreek dit dan met je huisarts. Vertel wie problemen hebben gehad met hart- of vaatziekten. En vertel hoe oud zij waren toen dit ontdekt werd.
Onderzoek bij hart- en vaatziekten in de familie
Soms komen hart- en vaatziekten in een familie vaker voor. Zonder dat er een afwijking in het erfelijk materiaal bekend is. Dan is er sprake van familiaire aanleg. Dit is niet te onderzoeken.
Een ziekte is erfelijk als deze veroorzaakt wordt door een verandering in het erfelijke materiaal, het DNA. Met DNA-onderzoek is een erfelijke aandoening soms aan te tonen. Voor DNA-onderzoek word je verwezen naar een cardioloog of klinisch geneticus.
Let op
Soms krijgt iemand jonger dan 50 jaar plots een hartstilstand. Dan kan er sprake zijn van een erfelijke aandoening. Als iemand een aangetoonde erfelijke hart- of vaatziekte heeft, is verder onderzoek van familieleden vaak zinvol.
Hoe werkt een DNA-test
Voor familieleden is het van belang om te weten of de aandoening erfelijk is. Soms is precies bekend welk stukje van het DNA afwijkt. Dan is dit ook bij familieleden snel op te sporen. Op die manier kan een behandeling bij hen soms al op vroege leeftijd starten.
Voor een aantal erfelijke hart- en vaatziekten is een DNA-test ontwikkeld. Voor het onderzoek worden een paar buisjes bloed afgenomen. Uit het bloed wordt DNA gehaald. De laborant kijkt of er afwijkingen te zien zijn in de genen die betrokken zijn bij de erfelijke hart- of vaatziekte. De cardioloog of huisarts vraagt het DNA-onderzoek aan. Het onderzoek vindt plaats op een afdeling Klinische Genetica.
Erfelijkheid
Het menselijk lichaam is opgebouwd uit een heleboel cellen. In de kernen van alle cellen liggen de chromosomen. Deze bevatten onze erfelijke eigenschappen: ons DNA. DNA is een soort lange ketting waarop de genen netjes achter elkaar liggen. Een stukje DNA heet een gen. Elk gen is verantwoordelijk voor een erfelijke eigenschap.
Tijdens de bevruchting wordt bepaald welke genen je krijgt. Je krijgt een deel van je moeder en een deel van je vader. Genen bepalen niet alleen de kleur van ogen of haar. Ze spelen ook een rol bij de kans die iemand heeft om bepaalde ziektes te ontwikkelen.
Mutaties
Een gen kan defect zijn en zo de aanleg voor een ziekte bepalen. Zo’n defect in een gen noemen we een mutatie. Mutaties treden vaak spontaan op, maar ze kunnen ook worden uitgelokt door factoren van buitenaf. Hierbij kun je denken aan radioactieve straling, schadelijke stoffen en soms door medicijnen. De mutaties kunnen van ouder op kind worden doorgegeven. Lang niet alle mutaties veroorzaken erfelijke aandoeningen.
Je kunt een erfelijke aanleg hebben voor een aandoening. Dit betekent dat je een grotere kans hebt om deze ziekte te krijgen. Groter dan iemand die deze aanleg niet heeft. Overigens krijgt niet iedereen met een erfelijke aanleg ook daadwerkelijk de ziekte.
Bovendien spelen soms ook nog andere risicofactoren een rol. Bij hart- en vaatziekten zijn dit bijvoorbeeld een ongezonde leefstijl, zoals roken, weinig bewegen en ongezond eten. Bijvoorbeeld teveel zout en verzadigd vet.
Erfelijke risicofactoren
Van een aantal risicofactoren is bekend dat erfelijkheid een rol speelt. Dit geldt bijvoorbeeld voor verhoogd cholesterol, verhoogd homocysteïnegehalte en trombose.
Erfelijk verhoogd cholesterol
Erfelijk hoog cholesterol is een verzamelnaam voor een aantal erfelijke aandoeningen die de vetstofwisseling verstoren. Familiaire hypercholesterolemie (FH) is de meest bekende aandoening. FH komt voor bij ongeveer 1 op de 250 mensen.
Homocysteïne is een eiwit in het bloed. Dit eiwit kan de kans op het krijgen van een hart- of vaatziekte beïnvloeden. Dit blijkt uit onderzoek. Hoe hoger de concentratie van homocysteïne, hoe groter de kans op een hart- of vaatziekte.
Erfelijke trombose
Trombose is de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat. Er zijn erfelijke afwijkingen die het evenwicht tussen stollen en niet-stollen van het bloed verstoren. Hierdoor werkt het stollingssysteem niet goed en is het risico op trombose verhoogd.
Mogelijk hebben ook andere factoren een erfelijke aanleg. Zoals diabetes mellitus (suikerziekte), hoge bloeddruk en overgewicht. Veel onderzoek op dit gebied moet nog worden gedaan voordat onze gehele genetische kaart is vastgelegd.
Erfelijke hart- en vaatziekten
Van een aantal hart- en vaatziekten is bekend dat erfelijkheid een rol speelt. Dit geldt bijvoorbeeld voor hartritmestoornissen die erfelijk kunnen zijn:
Erfelijke hart- en vaatziekten zijn tot nu toe niet te genezen. Dit komt omdat het nog niet goed mogelijk is om DNA te herstellen. Wel zijn preventieve behandelingen mogelijk. Die behandelingen kunnen soms levensreddend zijn. De behandeling kan bestaan uit medicijnen. Bij erfelijke ritmestoornissen wordt soms een pacemaker of ICD geplaatst. Een gezonde leefstijl kan het ontstaan van de ziekte vertragen of zelfs voorkomen.
Onderzoek naar erfelijkheid
Er missen nog veel puzzelstukjes op het gebied van erfelijkheid. Hoe eerder je de aanleg voor (gevaarlijke) hartziekten ontdekt, hoe eerder je kunt ingrijpen.
Chat via de chatknop onder in beeld (10.00 tot 16.30 uur)
Bel met een voorlichter: 0900 3000 300 (9.00 - 13.00 uur)
We zijn bereikbaar van maandag t/m donderdag
Lees meer over erfelijkheid
Opsporing erfelijke aanleg ernstige hartziekten moet beter
Onderzoek: erfelijke hartziekten eerder opsporen
Zeer hoog cholesterol bij jonge vrouw vaak erfelijk
Cookie disclaimer
De Hartstichting maakt gebruik van cookies en vergelijkbare technieken zoals link-tracking. Door middel van deze technieken kunnen wij en derden, waaronder sociale-media-netwerken, jouw internetgedrag volgen binnen en buiten de website van de Hartstichting en je volgen bij het doorklikken van uit onze e-mails, om je relevante aanbiedingen te doen en je gepersonaliseerde advertenties te tonen. Als je niet akkoord gaat, plaatsen wij alleen cookies om de website goed te laten werken en om analyses uit te voeren. Lees meer in ons cookiebeleid.
Tijdens het bezoeken van de pagina's “Ik heb het zelf gehad”, worden gegevens over jouw gezondheid verwerkt. Dit doen we om de informatie zo relevant mogelijk te maken.
Door op Ik snap het te klikken geef je toestemming. Als je geen toestemming geeft, word je doorgestuurd naar een ander deel van de website. Als je de website verlaat, worden de gegevens verwijderd.