
Tijdens het onderzoek lig je op een tafel en schuif je in de smalle tunnel van het scan-apparaat. Bij een hersenscan is dit alleen het hoofd. Een MRI maakt scherpe beelden met veel detail. Zo wordt duidelijk waar in de hersenen het infarct of de bloeding precies zit. Ook problemen dieper en achterin de hersenen komen goed in beeld.
Soms wordt eerst contrastvloeistof toegediend om de bloedvaten beter in beeld te krijgen. Zo zijn vernauwingen of verwijde delen in de aderen (aneurysma's) beter op te sporen.
Een MRI-onderzoek doet geen pijn. De scan werkt met een sterke magneet. Dit is veilig en niet gevaarlijk. Een MRI duurt iets langer dan een CT-scan. Een nadeel is dat je heel stil moet liggen. Het apparaat maak vrij harde geluiden tijdens het onderzoek. Je krijgt hiervoor oordoppen of een koptelefoon met muziek. Door de sterke magneet is een MRI is niet geschikt voor mensen met metalen onderdelen in het lichaam.